Rig Basics – Deel 3 door Bart van Bezouw

Haaktype, onderlijnlengte en buiging van de krimpkous samengenomen, 3 basisrigs

Ondanks de bedoeling die ik vooraf had om er een begrijpelijk en gemakkelijk verhaal van te maken merk ik dat de materie soms moeilijker is en meer nuances bevat dan ik zou willen. Om het behoorlijk theoretische voorgaande deel praktisch af te sluiten zal ik voor elk van de drie haaktypes een basisonderlijn beschrijven en uitleggen waarom ik voor die combinatie van haaktype, onderlijnlengte en buiging van de krimpkous kies. Op die manier zal ik proberen een praktisch handvat te geven die je verder in je eigen visserij kan gebruiken.

Rig 1. Klauwhaakrig

De eerste rig is een rig waarbij het gebruikte haaktype een klauwhaak is. Deze rig is dus bij uitstek geschikt voor visserij op vissen met wat zachte bekken en/of visserij bij obstakels of in het wier. Doordat de klauwhaak een naar binnen staande punt heeft die ervoor zorgt dat hij niet heel gemakkelijk vlees pakt kies ik ervoor om de onderlijn iets langer te nemen. Ergens tussen de 14 en 16 centimeter. Doordat de onderlijn dus wat langer is zal het haakaas een redelijk eind de bek van de karper in kunnen bij opname van het haakaas. We zullen er met de buiging van de krimpkous dus voor moeten zorgen dat de haak pas haakt als hij vooraan in de bek zit. De haakpunt zal dus sowieso iets afgeschermd moeten worden. Dit afschermen moet echter niet teveel zijn omdat de haak zoals reeds genoemd door zijn naar binnen staande punt niet zo gemakkelijk vlees pakt. Een sterk afgeschermde haakpunt heeft dan tot gevolg dat de haak simpelweg geen kans krijg om in te haken. In mijn ogen is de ideale buiging van de krimpkous bij een klauwhaak daarom eerst een kleine verlenging van de haaksteel die de haak genoeg ruimte geeft om in te haken en vervolgens een lichte afscherming van de haakpunt zodat de haak toch niet te diep vlees kan pakken. Op onderstaande foto is dit goed te zien.

Rig 2. De longshankrig

Voor de tweede rig maken we gebruik van een longshank haak. Zoals bij het kopje “haaktypes” (zie artikel 1)  reeds besproken is, is dit een haak die zeer snel inhaakt. Door zijn lange steel en krappe bocht is hij echter minder geschikt voor wat harder drillen en is het een haak die zeker bij zachte bekken en verkeerde inhakingen veel schade aan kan richten. Omdat het dus zo’n snelle prikker is en hij bij verkeerde inhaking veel schade aan kan richten moeten we deze haak heel kort vissen. Door hem kort te vissen voorkomen we dat de haak diep in de bek vlees pakt en tevens zorgt het ervoor dat we de meeste kans hebben om recht in de harde onderlip te haken en niet in de zachte mondhoeken. Ik kies er dus voor om de lengte van deze rig tussen de 8 en 10 centimeter te maken. Vis een rig met een longshankhaak ook nooit langer dan deze 10 centimeter omdat het risico op een verkeerde inhaking dan veel te groot is!

Qua buiging van de krimpkous zitten we net als bij de klauwhaakrig ergens tussen afschermen en verlengen in. Geheel verlengen van de haaksteek maakt van deze rig ondanks zijn geringe lengte alsnog een enorme bekkensloper omdat hij dan toch de kans krijgt om te diep te haken. Het geheel afschermen zorgt er echter voor dat hij niet op tijd vlees kan pakken. De rig krijgt immers maar weinig tijd om in te haken doordat het haakaas slecht een klein stukje naar binnen kan en de haak daar dan vrijwel meteen vlees moet pakken. Ook bij deze weg kiezen we voor een middenweg door slecht een heel klein stukje krimpkous te gebruiken en deze licht naar binnen te buiging. Deze lichte buiging zorgt ervoor dat het inhaken een klein beetje vertraagd wordt zodat te diep haken uitgesloten is. Tevens zorgt het ervoor dat de haak wel genoeg tijd krijgt om mooi voor in de bek in te haken.

Rig 3. De Semi-longshank rig

De semi-longshankhaak is het haaktype dat we voor deze rig gebruiken. Door zijn rechte punt, halflange steel en redelijk ruime bocht is het een zeer allround haak. In de meeste gevallen zul je met deze rig dus goed uit de voeten kunnen en hij heeft daarom ook mijn persoonlijke voorkeur. De onderlijnlengte die we voor deze rig gebruiken is wat meer variabel. Grofweg kunnen we met deze haak effectief en verantwoord vissen tussen de 8 en 16 centimeter. Het enige wat je dan aan hoeft te passen is de buiging van de krimpkous. Ik zal de rig uitleggen voor het gemiddelde hiervan, 12 centimeter, en tevens uitleggen hoe je hem zo aan kan passen dat hij ook korter en langer gevist kan worden. De lengte van 12 centimeter zorgt ervoor dat het haakaas een redelijk stuk naar binnen kan, maar niet zo diep als bij bijvoorbeeld de klauwhaakrig. Vissen we hem dus op 12 centimeter dan zullen we de haakpunt enigszins af moeten schermen, maar niet zoveel dat hij geen vlees meer kan pakken voor in de onderlip. We gaan de haakpunt dus licht afschermen. Vissen we deze rig echter een stukje korter, bijvoorbeeld 8 centimeter, dan kan het haakaas minder verder naar binnen en zullen we dus moeten zorgen dat de haak zeer snel vlees kan pakken. Het verlengen van de haaksteel is hier noodzakelijk. Als we de rig langer willen vissen, bijvoorbeeld 16 centimeter, dan kan het aas weer een stuk verder naar binnen en moeten we de karper beschermen door te zorgen dat de haak pas voor in de bek vlees kan pakken. Het stevig afschermen van de haakpunt zorgt hiervoor. In het kort dus: hoe langer de rig hoe meer we de haakpunt moeten afschermen en hoe korter de rig hoe meer we de haaksteel moeten verlengen.

Slot

In deze artikelenreeks ben ik begonnen met het bespreken van de basisprincipes van de rigmaterie, het natuurlijke aasgedrag van de karper en de ideale inhakingslocatie in de karperbek. Aan de hand daarvan heb ik de drie losse componenten besproken die hierop van invloed zijn; haaktypes, lengte van de onderlijn en buiging van de krimpkous. Wanneer je snapt wat deze losse componenten voor invloed hebben op inhaking dan kun je ze met elkaar combineren zodat je voor elke situatie het beste haaktype, de beste onderlijnlengte en de beste buiging van de krimpkous kan nemen. Wat bij deze keuze voorop moet staan is de veiligheid van de karper en dus het voorkomen van beschadigingen diep in de bek of in de mondhoeken. Hou dit in je achterhoofd en doe er je voordeel mee in je visserij.

Vang ze!

Bart van Bezouw